Een nieuw fiscaal landschap? De blauwdruk voor fiscale hervorming anno 2022
Van belasting op arbeid …
Met de aangekondigde hervorming wil de regering het zwaartepunt van de Belgische fiscaliteit verleggen van belasting op arbeid naar belasting op vermogen. Bedoeling is om de lagere belastingontvangsten te compenseren door enerzijds het afschaffen van een heleboel aftrekmaatregelen en anderzijds de belasting op vermogenswinsten te veralgemenen.
Bij de meest in het oog springende maatregelen valt dadelijk het voorstel op om de belastingvrije schijf op te trekken van 9.270 euro naar 13.390 euro, wat het niveau van het leefloon is van een alleenstaande.
Daarnaast is er tevens het voorstel om de belastingtarieven te verlagen en de belastingschijven te hervormen.
De bestaande tarieven van 40%, 45% en 50% wil de Minister laten dalen naar respectievelijk 35%, 40% en 45%. Het tarief van 50% zou slechts van toepassing worden voor inkomsten vanaf 84.740 euro.
Naast het verlagen van het tarief van de vennootschapsbelasting voor kmo’s van 20% naar 15% zou de belastingschijf bij de vennootschappen die hier onder vallen stijgen van 100.000 euro naar 200.000 euro zodat meer vennootschappen hiervan gebruik kunnen maken. De minimumbezoldiging voor de bedrijfsleiders zou in dit kader ook geïndexeerd worden.
Bij de algemeen ingeburgerde alternatieve verloningsvormen onder de vorm van allerhande cheques streeft de Minister naar het elimineren van eco-, sport- en cultuurcheques en zouden enkel nog de maaltijdcheques mogen blijven bestaan. Ook de cafetaria- en optieplannen komen in het vizier van de hervorming door het belasten van de voordelen aan de werkelijke waarde.
… naar belasting op vermogen
Naast de hervorming van de belasting op werken wenst de Minister ook de fiscaliteit op vermogen aan te pakken.
In het voorstel wordt de roerende voorheffing op o.a. intresten en dividenden van 30% naar 25% gebracht, met daarenboven een algemene vrijstelling van 6.000 euro voor inkomsten uit vermogen.
Anderzijds zouden gerealiseerde meerwaarden op aandelen, obligaties en andere financiële producten belast worden aan 15%.
Wat betreft het onroerend vermogen stelt de nota voor om de federale belastingvermindering voor de niet-eigen woning gefaseerd af te schaffen.
Daarnaast zouden de werkelijke huurinkomsten worden belast aan 25% waarbij een jaarlijks aangepast “vermoed rendement” als minimale belastbare grondslag zou genomen worden.
De verhuurders zouden kunnen gebruik maken van een forfaitaire onkostenaftrek van 30% van de werkelijke huurinkomsten, maar wie meer kosten maakt zou tevens de kans krijgen om zijn werkelijke kosten te bewijzen. Hiermee wil de Minister eigenaars aanzetten om hun woningen versneld te renoveren en zo de energiefactuur in het algemeen te doen dalen.
Volgens de nota zou de combinatie van het tarief van 25% een eenvoudige forfaitaire kostenaftrek van 30% (of de hogere effectieve kosten) en de reeds hoger vermelde vrijstelling van 6.000 euro er voor zorgen dat de kleine investeerder niet worden geraakt.
Ook bij de verkoop van onroerende goederen en de eventuele realisatie van een meerwaarde zou een nieuwe meerwaardebelasting geheven worden. Bij de realisatie van een meerwaarde op de verkoop van een niet-eigen woning stelt de nota een meerwaardebelasting voor aan een tarief van 15%.
BTW
Er is in de nota eveneens sprake van een bijkomende belasting op consumptie, meer bepaald zouden de btw-tarieven van 6% en 12% worden geharmoniseerd in een nieuw btw-tarief van 9%.
Naast de permanente verlaging van het btw-tarief op elektriciteit wenst Minister ook het btw-tarief op groenten en fruit, geneesmiddelen, luiers en andere producten voor intieme hygiënische bescherming evenals het tarief op door de overheid georganiseerd of gesubsidieerd personenvervoer te verminderen naar 0%.
Last but not least houdt de nota ook de deur open voor de invoering van een CO2-heffing, een kerosinetaks en een btw-heffing op vliegtuigtickets om de financiering rond te krijgen.
Met deze nota wenst de Minister het debat te starten over de grote fiscale hervorming waarvan reeds jaren sprake is. Dat de nota tevens melding maakt dat ze een blauwdruk is van hoe onze fiscaliteit er binnen dit en tien jaar zou moeten uitzien toont aan dat alle betrokkenen er zich waarschijnlijk bewust van zijn dat hier nog heel veel inkt zal over vloeien …
Wordt dus zeker en vast nog vervolgd …