Toen de stenen nog spraken: steenkapper Bert Gruson klapt uit de biecht
“Kom maar langs achter”, zo had Bert ons in zijn sappig West-Vlaams toevertrouwd aan de telefoon. Als we in Boezinge arriveren, treffen we ‘langs achter’ een man aan die naadloos opgaat in zijn atelier. Voor ons staat een kunstenaarstype. Met zonnebril en regenlaarzen, en een pomponmuts boven zijn stoer bebaarde, sprekende gezicht. “De uitstraling van een kunstenaar? Dat interesseert me niet. In de eerste plaats wil ik een stielman zijn, die weet waar hij mee bezig is. Binnenkort is mijn lang haar net zo goed weer kort.” Krachtige taal, van een nochtans zachte man. Die ons - een steenhouwer waardig - laag per laag een inkijk gunt in zijn leven en werk.
Ben je verankerd met de streek, Bert?
“Ik ben van Boezinge afkomstig, maar dat betekent niet dat ik elders niet zou kunnen aarden. Op voorwaarde dat het in de natuur is. Een huis met een raam, een deur en een kachel, ergens te velde of midden in een bos. Meer heb ik niet nodig. En mijn atelier natuurlijk. Tien jaar geleden heb ik samen met mijn vrouw Ciska en ons gezin het geluk gehad om hier iets te kunnen kopen. En hebben we ervan gemaakt wat het nu is. Ons huis en mijn werkplaats, gerieflijk dicht bijeen. Daarvoor werkte ik in Bikschote, in een gehuurd stukje schuur. Beginnen als steenhouwer deed ik dan weer in een petieterig kot bij mijn ouderlijk huis.”
Is dat ook waar je de liefde voor de stiel hebt meegekregen?
“Totaal niet. Niemand van mijn familie oefende ooit een zelfstandig beroep uit. Het was op een tuinbeurs, ergens in mijn tienerjaren, dat ik voor het eerst met de branche in contact kwam. Ik babbelde daar toen met een steenkapper, een gesprek dat me doorheen mijn studententijd zou blijven achtervolgen. Al moet je de term ‘student’ niet al te letterlijk nemen. Na mijn opleiding bouw in het middelbaar van Ieper, trok ik naar Aalst voor een graduaat in dezelfde richting. Daar was het, achter die veel te hoge stapel theorie, dat ik terugdacht aan de babbel van een aantal jaren voordien. De steenkapper. Hij had zijn opleiding in Herzele gedaan, zo herinnerde ik mij. En laat dat nu net een perfect overbrugbare afstand zijn vanuit Aalst. Een fietstocht op een onbewaakte woensdagnamiddag later was de overstap een feit.”
Net als de microbe die je sindsdien nooit meer heeft losgelaten?
“Ik vind het plezant om iets te kunnen maken dat blijft. Iets dat zichtbaar is en waar je trots op mag zijn. Bevriende loodgieters of elektriciens uiten soms hun ongenoegen over het feit dat je van hun werk na afloop niks meer ziet. Ik snap hen. Zoiets zou ik ook frustrerend vinden. Ik hou van de materialen waarmee ik werk en geef altijd het beste van mezelf om ze er in al hun pracht te laten uitkomen.”
Je wilt naar eigen zeggen het karakter van de steen blootleggen? Luisteren naar zijn verhaal zelfs?
“In mijn beroep kun je niet altijd zomaar doen wat je wilt. Elke steen heeft zijn beperkingen, als je dat al zo kunt noemen. Die moet je respecteren. Weten wat kan, en vooral ook wat niet kan. In dat opzicht zie ik inderdaad wel parallellen met de mens. Wij verouderen en veranderen, iets wat voor veel stenen niet anders is. De manier van verweren, de ‘patine’, net dat maakt natuursteen voor mij zo charmant en uniek. Heel wat mensen kiezen voor een cleane look, ik persoonlijk zie het liever wat getekend en doorleefd. Het is tenslotte een stuk natuur dat je naar binnen haalt. Gemaakt door de aarde, hoe cool is dat?”
In zekere zin bestudeer je dus een beetje de wereld in je job?
“Zo zie ik het ook. Wat voor anderen misschien gewoon een stom stuk steen is, is voor mij zo veel meer. Ik werk met marmer en kwartsiet uit Italië, Brazilië, India en noem maar op. Soms droom ik ervan om op termijn zelf ter plekke te gaan kiezen. Zodat het iets speciaals is, perfect passend bij het project waar ik op dat moment mee bezig ben. Maar nu is dat niet aan de orde. Ik speel niet in de Champions League, dus werk ik via groothandels. Om zonder tussenpersoon te werken, zijn de volumes die ik afneem simpelweg te klein. En dat geldt ook voor mijn atelier. Grote voorraden kan ik hier niet stockeren. Wat je hier ziet staan, is voornamelijk standaardmateriaal.”
Hoor ik hier een stil verlangen naar schaalvergroting?
“Heel eerlijk? Neen. Ik heb een investering gedaan, dus moet er uiteraard wel geld binnenkomen. Maar het is absoluut niet zo dat ik voor de platte commerce wil gaan. Ik zit liever een dag thuis zonder werk dan dat ik iets zou moeten doen tegen mijn goesting. Soms passeert er al eens iets routineus - zoals in elke job. Dorpels zagen en afwerken bijvoorbeeld. Op het eerste gezicht niet supersexy, maar af en toe ook complexloos amusant. De afwisseling, daar draait het om. Die zorgt ervoor dat je opgeladen blijft. Ik heb ook helemaal niet de ambitie om iemand extra in dienst te nemen. Sowieso wil ik alles op mezelf blijven doen. Met als enig kwalijk gevolg dat ik ook wel een keer ‘neen’ moet durven zeggen. Iets wat ik probeer, maar nog niet van harte lukt. Dan kruip ik nog liever eens voor dag en dauw uit de veren, of kap ik ’s avonds nog wat door. Als het gedaan moet zijn, dan moet het gedaan zijn. Ik heb nu eenmaal voor een arbeidsintensieve job gekozen en zie daar zeker ook de fun van in. Doordat ik hier vlak naast woon, kan ik een onbewaakt moment gemakkelijk aangrijpen om eens lustig loos te gaan. Als je alleen werkt, ben je flexibel. En eenzaam ga ik niet worden, want ‘op placement’ heb ik altijd wel wat mannen mee.”
Biografie Bert Gruson
- Geboren: In het gezegende jaar 1982. Aan de omlijsting van mijn nieuwe voordeur heb ik vorig jaar zelf niet moeten kappen.
- Gezin: We zijn met vier. Ik moet mijn mannetje staan tussen mijn vrouw Ciska en onze twee tienerdochters.
- Hobby's: Yoga. Al is dat net iets meer dan een hobby intussen, want ik geef nu ook les. En de koers. Vroeger actief, als peloton- en leeftijdsgenoot van onder meer Philippe Gilbert en Iljo Keisse, vandaag eerder passief. Ik heb een gravelbike, maar die mocht misschien al wat meer kilometers op de teller hebben.
- Favoriete muziek: Ik ben geen kenner. Noch de allergrootste liefhebber. In mijn atelier luister ik slechts af en toe naar muziek. Dan zet ik Klara op. Of Radio Uylenspiegel, een vrije radiozender met zendmast op de Kasselberg. In Frankrijk dus, maar vaak wordt ook het plaatselijke Vlaamse dialect gesproken.
- Favoriete film: Om een beetje in de sfeer van Radio Uylenspiegel te blijven: ‘Bienvenue chez les Ch’tis’.
- Favoriete reis: Elk jaar trekken we met de auto naar en door Italië. Twee weken lang telkens, maar altijd met een andere bestemming. Bestemmingen eigenlijk, want tijdens deze veertiendaagse doen we zo’n drie à vier plaatsen aan.
- Favoriete eten: Ik ben geen volslagen vegetariër, maar hou het toch bij maximaal een tweetal keer vlees per week. Op restaurant eet ik het al zeker niet, omdat ik graag weet waar mijn vlees vandaan komt.
Waar komt je werk zoal terecht, Bert? Waar kunnen we je ambachtelijk vakmanschap bewonderen?
“Ha, nu doel je waarschijnlijk op het label van ‘Erkend Ambacht’ dat ik heb gekregen? Ik heb die aanvraag inderdaad ingediend. Niet omdat ik dat een must vond, of omdat ik dacht dat het extra werk zou genereren. Neen, gewoon omdat het voor mij toch een soort van kwaliteitslabel is. Zonder pretentieus te willen overkomen, uiteraard. Ik ben blij dat ik het heb. En het mag geweten zijn wat ik precies doe. Maar om op je vraag te antwoorden, er zijn drie grote pijlers binnen mijn werk: bouw, interieur en restauratie. Heel af en toe, pakweg drie keer per jaar, komt daar ook nog eens een grafzerk bij.”
Je maakt ook trappen uit natuursteen. Hoe pak je dat aan?
“Heel ‘old school’ eigenlijk. Manueel opmeten en kalibers maken. Al laat ik wel een deel ervan door iemand anders doen. Een architecte, die daar heel bedreven in is. Zij meet alles op en maakt de kalibers, ik ga die daarna ‘uitleggen’. Om te zien of alles ook in werkelijkheid klopt. Soms heb je bijvoorbeeld van die verdreven treden, met rare hoeken en kanten. Dan is het handig om die kalibers effectief eerst eens te gaan leggen, op de betonnen traptreden die bekleed moeten worden. Daarna zaag ik alle stenen en ga ik die placeren. De materies daar zijn ook weer heel divers. Onlangs maakte ik er eentje in gevlamde blauwsteen, die ik ter plekke heb moeten samenlijmen. Allemaal in plaatwerk en ‘on the spot’ verlijmd, maar het ziet eruit alsof het massieve treden zijn. Een schoon werk, trappen leggen, ik doe het graag.”
Heb je, vanuit die sprekende liefde voor je vak, nog zotte dromen of toekomstplannen?
“Niets waar ik heel specifiek op gefixeerd ben in ieder geval. Niks waarvan ik zeg: “Dat moet ik absoluut bereiken.” Het enige wat ik wil, is bezig blijven met leuke projecten. Diegene waar ik me echt betrokken bij voel. Projecten die kloppen in hun geheel. Zodat mensen, zowel van dichtbij als wanneer ze een stap achteruitzetten, de schoonheid van de natuur zien. Net zoals ik.”
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief
- ‘Slimmer. Sneller. Beter. En evenveel vierkante meter!’ Wie een nieuw product introduceert met die beloftes, moet sterk in zijn schoenen…
De trends en toekomst van waterjet technologie
Het toepassen van de ‘waterstraalsnijtechnologie’ met behulp van waterjets is vandaag het middel bij uitstek om plaatmateriaal nauwkeurig…De mogelijkheden en toepassingen van waterjets: ingewikkelde vormen en fijne contouren
Waterstraalsnijden van steen is een fascinerende technologie waarmee zelfs de hardste steensoorten nauwkeurig en verfijnd kunnen worden…Waterjets combineren veelzijdigheid met de hoogste nauwkeurigheid
Inzicht in de technologie van een waterjet-machine is cruciaal voor bedrijven die de nauwkeurigheid en productiviteit van hun…