“Tegelzetten en bakken hebben meer met elkaar gemeen dan je denkt”
“Zit het niet mee, dan zit het tegel!” staat er te lezen op de Instagramaccount van Jan Spannenberg. Maar het zit de veerenveertigjarige tegelzetter uit Zwolle vooral mee. Zijn zelfstandige zaak Spannenberg Wand- en Vloerafwerking gaat zijn vijftiende jaar in, en als hobby-patissier deed hij mee aan ‘Heel Holland Bakt’, het bekende tv-format waar hij het bepaald niet té bruin bakte en oprees naar de tweede plaats.
Het is dat hij al van kindsbeen af het bakken met de paplepel kreeg ingelepeld, zoals hij als autodidact tijdens zijn tienerjaren de stiel van tegelzetter leerde. Het tegelbedrijf van Spannenberg staat voor een persoonlijke en oplossingsgerichte aanpak, dus zette Polycaro even een stoel bij voor een smeuïge Tiler & Tools.
Hoe ben je als jonge adolescent in het vak beland?
Op uitnodiging van een tegelzetter uit de streek, die merkte dat ik interesse had. Ik was zestien jaar toen hij me vroeg om mee te gaan op de werf. Een speciale technische schoolopleiding heb ik niet op zak. Alles wat ik kan, heb ik via on the job training geleerd. Als autodidact. Zoals velen heb ik mijn vakkennis eerst bijgeschaafd in loondienst, bij drie verschillende tegelbedrijven, en dan in 2008 ben ik op mezelf begonnen.
Werk je altijd soloslim of heb je ook personeel in dienst?
Ooit had ik twee jongens in dienst, maar daar ben ik mee gestopt. Je rekent je heel erg rijk met extra personeel in dienst. Een extra bus en zo. Maar uiteindelijk bracht het meer omzien mee. En dan eindig je onder de meet met meer zorgen dan meer gemak, en is de rekening snel gemaakt. Op jezelf maakt het minder uit of je nog een uurtje doordoet, je hebt volledige controle over je werk. Dat gevoel van meer vrijheid en geen verantwoording te moeten afleggen, vind ik toch prettiger. Soms heb je geluk met iemand, maar anderen werken niet zoals jezelf. Op den duur begint het te storen als de klok overheerst op een beetje extra inzet.
Je pakt ook andere interieurwerken aan, zoals epoxyvloeren bijvoorbeeld. Hoe zit de verhouding in elkaar?
Tachtig procent is tegelwerk. Maar gietvloeren zitten wel in de lift. Vroeger moest ik dat dan uitbesteden, aan vaklui die je niet altijd kent, maar voor de planning en de kwaliteit is het makkelijker als ik dat ook zelf doen. Eerst heette het bedrijf Spannenberg Tegelwerken, nu is dat sinds twee jaar Spannenberg Wand- en Vloerafwerking. Tegelen blijft de hoofdbezigheid, maar omdat het vaak wordt gecombineerd met betonciré en epoxy is het net zo handig om alles-in-één aan te bieden. Ik zeg altijd: “In het natte gedeelte tegels, en de rest maakt niet uit”.
Vanwaar jouw motivatie om tegels voor de natte plekken te gebruiken?
Van betonciré - of mortel, zoals jullie in België zeggen - wordt beweerd dat het evengoed kan. Maar ik beveel het niet aan, omwille van de ellende die ik al heb gezien, waarbij het soms loskomt. De vloer maakt niet uit, maar voor de wanden wel.
Hoe pak je dat aan?
"Het begint met het plakwerk van de badkamer, wat ik zelf doe. Daarvoor gebruik ik A59 van Ardex, waarvan ik altijd zes à zeven zakjes in de bestelwagen heb liggen. Ik vind dat echt wonderspul. Je kent Ardex wel, het is cementgebonden en sneldrogend. Het water dat het bevat kristalliseert heel snel, waardoor je al tien minuten na het aanbrengen kan beginnen met tegelen. De technologie erachter is ingewikkeld, maar het is een prachtproduct dat niet scheurgevoelig is en niet krimpt. Het kost wel wat, maar goed, als het perfect werkt..."
"Het is belangrijk om een badkamer met een cementgebaseerd product te behandelen, en niet met gips, dat is niet vochtbestendig genoeg. Daarna bevestig ik met pasta mijn kimband, en zet ik de volledige badkamer in een waterdichte coating. In principe kan je ook met een membraan of een mat werken, maar ik smeer de badkamer zelf helemaal in. Ik doe het twee keer, dan heb je alle gaatjes mooi dicht. Door de twee componenten die je aanmaakt, schrijft Ardex geen mat voor - ik geloof dat anderen dat trouwens wel doen. Ik zeg altijd: Ardex is zo’n typisch Duits bedrijf, waar de gründlichkeit vanaf druipt. Voor ze een product op de markt brengen, is het al zo grondig getest. Ik zweer erbij."
"Ten slotte breng ik dan de tegels met de bekende buttering-floatingmethode, dat is gewoon het beste. Sommige tegelzetters werken met een levellingsysteem, maar ik ben daar geen voorstander van. Eigenlijk trek je daarmee de tegels uit hun lijmbed. Ik zeg niet dat het niet goed is, maar voor mij voelt dat niet goed aan. Dat is persoonlijk."
Als tegelzetter kan je zelf wel zeker zijn dat een duurder product ook beter is. Maar kan je ook de klant daarvan overtuigen?
Op het risico af dat het wat arrogant klinkt, maar dat verkoopt zichzelf. Kijk, ik werk zelden buiten Zwolle dus ik ben erg afhankelijk van mond-tot-mondreclame. Zit het met je reputatie goed, dan zal de klant nog niet zou gauw zeggen dat de offerte te duur is. Dat draait om vertrouwen. Als tegelzetter moet je in eerste instantie zelf achter de producten staan die je gebruikt. Let op, dat is een luxepositie. Ik bedoel maar, ik hoef me niet te verantwoorden tegenover klanten dat ik dure producten gebruik.
Op welk uitdagend project kijk je met trots terug?
Ik heb ooit eens een spabank gemaakt voor een kuuroord. Een spaarbank kende ik wel, waar je met je geld terechtkan (lacht), maar dit was zo’n bank waar mensen moeten op gaan zitten voor een voetbehandeling. Die was uit glasmozaïek en had traptredes. Een heel mooi project. Ik heb dat samen met de aannemer uitgewerkt. De mozaïekjes bij elkaar puzzelen, de maat nemen... het was best wel een klus. De trappen zaten goed, maar voor de nisjes scheelde het een paar centimeter. Daar hebben we dan een stukje van afgehaald. Daarna heeft de timmerman de kist op het juiste formaat in elkaar getimmerd.
Je praat uitvoerig over badkamers. Is dat jouw specialiteit?
Niet bijzonder, ik doe ook heel veel vloeren, vaak in natuursteen. Onlangs nog in wit marmer, voor een bijgebouw van een klant uit Zwolle. Niet goedkoop, maar wel prachtig. Ik haal er altijd veel voldoening uit om zulke oude ruimtes weer helemaal in het nieuw te steken. Dat zou je wel mijn specialiteit kunnen noemen, want ik doe bijna uitsluitend renovaties. Daar moet je wel meer je hoofd erbij houden en een aanpak uitdokteren, maar in zo’n oude woning draait het toch altijd weer anders uit dan je oorspronkelijk in gedachten had...
In het tegelwereldje zijn de XXL-formaten momenteel een hot topic. Daar heb ik je nog niets over horen zeggen.
Ik loop daar in een grote boog omheen. (lacht) Ach, ik heb het wel eens gedaan, maar ik vind het maar niks. Weet je wat het is? Mensen kopen een badkamer en worden dan geadviseerd over die grote tegels, maar dan zit je met hoeken en kozijnen waar het helemaal niet uitkomt. Bij de laatste die ik deed, was er welgeteld één grote tegel in zijn geheel, al de rest was zaag- en snijwerk. Het is wel leuk om te doen, maar je moet als tegelzetter toch van bij het begin in zo’n project worden betrokken om alles mooi op maat te kunnen uittekenen. Nee, die grote tegels laat ik over aan de collega’s.
Welk gereedschap gebruik je?
Een tegelsnijder van Rubi, een beetje een ouderwetse maar wel een degelijke. Dan nog een waterzaag. En voor de lijm gebruik ik ook Ardex, om dezelfde redenen die ik eerder al aangaf. Ik heb ook wel eens andere producten uitgeprobeerd, maar in de omgeving van Zwolle tref je niet langer alle merken aan in de winkel.
Hoe zorg je ervoor dat jouw vakmanschap onderscheidend blijft?
Het is belangrijk om het persoonlijk te houden, wat als eenmanszaak zeker een voordeel is. En daarnaast moet je kunnen meedenken met de klant en hem mogelijkheden aanreiken, dat is zeker een onderscheidende factor. Je mag niet onderschatten hoe belangrijk zo’n project voor de klant is. Die is daar best wel zenuwachtig over. Je kan hem wat coachen en beeldmateriaal tonen van eerdere projecten, dat brengt wat rust en schept gemak. Het gaat om vertrouwen wekken.
Op de website staat dat je met materialen van goede kwaliteit werkt. Welke mijd je?
Alles van Bouwmarkt! (lacht) Ik vind dat het loont om iets dieper in de buidel te tasten voor een degelijke afwerking. Pak een merk, zoals Sphinx, Mosa, Pastorelli, Novabell en zo meer, want uiteindelijk moet het toch jaren meegaan. Voor kwaliteit moet je durven betalen. Bij jullie in België speelt blauwe hardsteen een grote rol. Welja, die Chinese imitaties aan eenderde van de prijs, dat wil je toch helemaal niet?
Welk van de materialen waarmee je werkt draagt jouw persoonlijke voorkeur weg?
Bovenaan mijn favorietenlijstje staat Carraramarmer en Belgische hardsteen. Tijdloos en prachtig. Carraramarmer werd al in de Romeinse tijd gebruikt en wie zijn wij om hen ongelijk te geven. Dat gaat al eeuwen mee. Mijn eigen keuken heeft het ook.
Je was ook kandidaat voor Heel Holland Bakt, geëindigd als finalist zelfs, en je geeft ook workshops. Waar komt die passie vandaan?
Als kind al was ik erg gefascineerd door de bakkunsten van m’n moeder. Dat was toen ook nog iets speciaals: op zaterdag bakken voor de zondag. Dat vond ik bijzonder leuk en geweldig. Dus ik doe dat al van jongs af aan. Het is ook iets waar ik erg graag tijd aan besteed. Iedere zelfstandige heeft het druk, en bij mij komt er ook nog een gezin bovenop, maar als ik ‘s avonds in de keuken nog aan de slag ga, dan krijg ik daar een bom energie van. Het maakt mijn hoofd leeg.
Is er een overlap tussen bakken en tegelen? In beide stielen spelen het millimeterwerk en de esthetiek een grote rol...
Er zijn inderdaad meer overeenkomsten dan je denkt. Zoals je zegt, moet het in beide gevallen symmetrisch en strak zijn. Netjes, geordend en schoon ook. Het enige verschil is dat een tegeltje nogal slecht wegkauwt (lacht). Ik zal je wat zeggen: hier in mijn keukenkast liggen een tegelkam en spackmessen die ik alleen gebruik voor het bakwerk. Daar maak ik de taart strak mee! En met de kam kan ik mooie figuurtjes maken. Ik nam ze ook mee op tv. Een van de juryleden vroeg me of ik dat als een showgimmick deed, maar dat is niet zo. Hij antwoordde dat-ie zelf ook naar de winkel zou stappen voor wat tegelzettertools. Weet je wat figuratief ook heel goed werkt? Pvc-buizen.
We voelen een trend. Zijn er nog meer kruisbestuivingen?
Het inrichten van de werkplek. Weet je, iedereen is een beetje autistisch, maar dat kan je ook in je voordeel gebruiken. Het komt erg vanzelf bij mij dat wanneer ik ergens kom meteen een plan in mijn hoofd maak voor mijn spullen. Als tegelzetter moet je vaak op kleine ruimtes werken, net zoals bij bakken, dus wist ik hoe ik die moest benutten. Tijdens de tv-opnames stak ik zelfs materiaal in de decoratieve bloembakken! Maar de ervaring met zo’n planning helpt, ik was heel vaak als eerste klaar tijdens de wedstrijd.
Bestaat de kans dat je de lijmpot inruilt voor een bakkersmuts?
Voorlopig niet. Maar op mijn 44ste begin ik wel wat lijfelijke ongemakken te voelen van het tegelwerk, zoals in mijn schouder en enkels. Eerlijk? Ik weet niet of ik dit red tot aan mijn zestigste. Ik ben wel begonnen met workshops rond bakken. De eerste is al helemaal volgeboekt, tot mijn verbazing! Zeg nooit nooit.
Ten slotte, welke evoluties zie je momenteel in de tegelsector?
Er is weer veel aandacht voor retro. De oude ‘mozaatjes’ komen weer op. Pastelkleuren ook. Dat maakt het in ieder geval gezellig.