Dat opent deuren: Belgische deurgrepen in keramiek en email uit de jaren 1950-1970
Dat opent deuren
Op zoek naar een mooie deurgreep voor haar eigen woning startte de antropologe Kathleen Boel in de zomer van 2021 met een zoektocht die haar ondertussen enkele duizenden foto’s opleverde, maar ook vele prachtige kleine en grote verhalen, van eigenaars en bewoners, maar ook van kunstenaars-keramisten, architecten en verkopers. Samen maakten deze mensen van onze straten een waar openluchtmuseum rond onze naoorlogse keramiek- en architectuurgeschiedenis. Nu is een stand van zaken over haar onderzoek samengebracht in een verrassende tentoonstelling in het Gilliot- en Roelants Tegelmuseum in Hemiksem en in een mooi vormgegeven en zeer toegankelijk geschreven begeleidend boekje, beide onder de titel “Dat opent deuren”. We maken voor dit artikel dankbaar gebruik van haar studiewerk om dit bijzondere onderwerp aan u voor te stellen. En we zijn er met haar van overtuigd dat u zelf vanaf nu dit “kleine” erfgoed overal zal zien opduiken.
Voor een goed begrip: deurgreep - deurknop – deurklink
In de volksmond hebben we het meestal over een deurklink, ook al gaat het technisch eigenlijk om een vast handvat om daarmee deuren te openen of te sluiten, niet door eraan te draaien, maar door eraan te trekken of ermee te duwen. Kathleen Boel geeft deze definities: “Deurgrepen zijn handvaten om een buitendeur te openen. Technisch gezien kan je stellen dat een deurgreep verschilt van een deurknop in die zin dat een deurgreep twee of meerdere bevestigingspunten heeft en een deurknop maar één. Een deurgreep verschilt ook van een deurklink aangezien je de laatste op en neer kan bewegen en de deurgreep niet.”
De deurgrepen van de jaren 1950-1970 bestaan uit cassettes in aluminium, inox of hout waarin een kleurrijke keramische tegel of een dun geëmailleerd koperen plaatje is bevestigd. De keramische tegel zelf kan tot enkele centimeters dik zijn, vaak voorzien van een laagreliëf decor en altijd gedecoreerd in verrassende combinaties van gekleurde glazuren.
Een woning voor iedereen
Na de Tweede Wereldoorlog waren vele woningen verwoest of in erg slechte staat en er is bovendien een sterke woningnood. Om daarin verbetering te brengen, wordt in 1948 de zogenaamde 'Wet De Taeye' gestemd. Hierdoor kan men een goedkope lening krijgen voor de bouw van een eigen woning. Ook de sociale woningbouw, de bouw van appartementsblokken in de steden, en de woningbouw in verkavelingen en lintbebouwing op het platteland zorgt ervoor dat vele 'gewone' mensen, met een bescheiden budget, zich een betaalbare eigen gezinswoning kunnen veroorloven. Op het einde van 1960 woont meer dan de helft van de Belgen in een eigen huis. De meeste van deze goedkopere woningen, rij aan rij, lijken op elkaar. Variatie is er vaak enkel in de details. Zo krijgen de erg op elkaar lijkende voordeuren vaak elk een bijzondere toets dankzij een opvallende deurgreep. Met de woorden van Kathleen Boel: “Allen gelijk, allen verschillend.”
Expo 58: moderne kunst voor iedereen
In 1958 gaat de eerste wereldtentoonstelling na de Tweede Wereldoorlog in België door. Het grote publiek in ons land krijgt daarmee de kans om de nieuwste internationale trends te ontdekken, ook op het vlak van kunst en architectuur. De doorbraak van een internationale stijl leidt tot meer speelsheid, en tot grootschalig gebruik van nieuwe, moderne gladde en geprefabriceerde materialen als aluminium, kleurrijke kunststofpanelen of voorgemonteerde mozaïeken.
In diverse paviljoenen stellen verschillende Belgische kunstenaars-keramisten hun werken tentoon, waaronder Pierre Caille, Olivier Strebelle, Lucien De Gheus, Jan Heylen en Willy Meysmans. Ze krijgen internationale erkenning maar verkopen weinig en moeten op zoek gaan naar vastere inkomsten. Enkelen kunnen daarvoor terecht als lesgever in het kunstonderwijs. Anderen gaan samenwerken met modern georiënteerde architecten. Eigentijdse magazines als 'La Maison' en 'Architecture' bieden hen, maar ook eigenaars, inspiratie voor het ontwerp en inrichting van de woning. Ook deurgrepen krijgen verrassende nieuwe vormen. Zo ontwerpt Architect Willy Vandermeeren een deurgreep in V-vorm, in staal en ongeveer even breed als de deur zelf. En het bedrijf Quincalux uit Wevelgem introduceert een deurgreep in de vorm van een boemerang.
1960-1970 - De geboorte van een rage
Omstreeks het jaar 1960 maken de V- en boemerang-deurgrepen plaats voor een enorme variatie aan kleurrijke deurgrepen in keramiek en email, al waren ze niet echt goedkoop. We citeren opnieuw Kathleen Boel: “Een deurgreep is een betaalbaar kunstwerk aan de woning. De deurgreep is vaak de laatste aankoop bij de bouw van een woning. De prijs varieert tussen de 500 en 1.500 Belgische Frank. Ter vergelijking: in 1970 betaal je 5 Belgische Frank (€0.3) voor een brood. Echt goedkoop zijn de deurgrepen dus niet, maar het is wel een prijs die de meeste Belgen zich in die tijd kunnen veroorloven.”
Na de sobere oorlogsjaren werden - zoals gezegd - de kleuren én de decors vrolijker en uitbundiger. Dat gebeurt onder invloed van de nieuwe richtingen in de plastische kunsten, met de doorbraak van het abstract expressionisme, de action painting, art informel, art brut, cobra, optical art en andere artistieke bewegingen, met kunstenaars als Jackson Pollock, Mark Rothko of Juan Miro. Ook de opkomst van het “design” - met de doorbraak van de zogenaamde mid-century style in de jaren 1950 gelanceerd in Italië met het werk van Gio Ponti en Lucio Fontana, in het Verenigd Koninkrijk met het Festival of Britain in 1951, en bij ons tijdens Expo 58 - droeg daartoe sterk bij.
De intensiteit van de glazuren - met veel oranje, koperrood, diepblauw of oker - is te danken aan het gebruik van lood, cadmium of zelfs uranium. Deze giftige stoffen mogen vandaag niet meer gebruikt worden. Hierdoor is het vandaag veel moeilijker om de prachtige glans en kleurrijkdom van toen te bekomen.
Om den brode en om de passie
Deurgrepen in keramiek en email zijn in de periode 1960-1970 zo populair dat heel wat lokale keramisten de vraag krijgen van firma’s in ramen en deuren om voor hen op grotere schaal deurgrepen te maken. De meeste keramisten die deurgrepen maken, hebben - volgens het onderzoek van Kathleen Boel - een link met de opleidingen in Ter Kameren of de diverse Sint-Lucasscholen. Ze zijn vaak nationaal én internationaal gekend om hun creaties, maar gaan dankbaar in op de vraag om deurgrepen te maken omdat ze zo een vaster inkomen verwerven.
De deurgrepen zijn meestal niet gesigneerd, maar de eigen stijl van de meeste makers laat toe ze toch aan een welbepaalde kunstenaar-keramist toe te wijzen. Vaak was die ook in de regio van de opdrachtgevers gevestigd, al is dat zeker niet altijd het geval, want ook handelsreizigers boden de objecten aan, tot in het buitenland toe. De meeste deurgrepen zijn ook seriewerk, al zijn ze allemaal handwerk en dus ook individueel. Maar er komen ook unieke op maat gemaakte stukken voor die een enkele keer ook gesigneerd zijn.
Het hoogtepunt voorbij
De oliecrisis van 1973 zorgt voor een economische terugval. Er wordt minder gebouwd en de vraag naar bouwmaterialen en deurgrepen daalt sterk. Ook de smaak van de opdrachtgevers wijzigt. De fermette maakt zijn opgang en daarnaast ook het post-modernistische bouwen. Daarbij wordt de deurgreep vervangen door enerzijds een leeuwenkop, anderzijds een eenvoudige stang in inox. De relatief hoge prijs voor keramiek draagt er verder toe bij dat de algemene vraag naar Belgische keramiek-grepen daalt. Veel keramiekateliers stoppen met het maken van deurgrepen, andere sluiten noodgedwongen de deuren. De laatste deurgreep in keramiek wordt in 1992 gemaakt.
Omkijken in verwondering
In aansluiting op de lopende wisseltentoonstelling in het Gilliot- en Roelants Tegelmuseum in Hemiksem waarbij de Belgische tegel van na 1945 in de kijker staat, zorgde curator Kathleen Boel voor een verrassende thematentoonstelling die een schitterend beeld geeft van de deurgrepen in keramiek en email in de periode 1950 tot 1970. Naast een honderdtal deurgrepen krijgt de bezoeker aan de hand van een tijdslijn meer inzicht in het fenomeen, verlevendigd met enkele boeiende verhalen. Tenslotte wordt het werk van een aantal vooraanstaande Belgische keramisten-kunstenaars wat ruimer gepresenteerd.
Een feest van herkenning en verwondering. Mis dit niet!
Openingsuren
- Tot 30 september 2024: van woensdag tot zondag
- Oktober-december 2024 & februari-april 2025: 1ste zondag van de maand
- Mei 2025: elke zondag.
- Telkens van 14u tot 17u. De toegang is gratis
Meer info: www.gilliottegelmuseum.be