Dit zijn de top 12 controlecriteria voor elke tegelzetter
1) Aard en voorbehandeling van de ondergrond en de dekvloer
Het allerbelangrijkste waar elke tegelzetter in elke situatie rekening mee moet houden, is de aard en de toestand van de ondergrond. Hoe beter de kennis van de ondergrond, hoe kleiner de kans dat er fouten gemaakt kunnen worden. Want het is op die ondergrond dat de tegels uiteindelijk geplaatst worden.
De ondergrond controleren is in de eerste plaats belangrijk om de juiste primer te kiezen, die op zijn beurt steeds compatibel moet zijn met de tegellijm die gebruikt zal worden. Uiteraard pas na volledige uitharding van de primer. Het is sterk aanbevolen om geen primers en tegellijmen van verschillende producenten door elkaar te gebruiken in één project. We raden aan om tijdens een tegelwerk altijd producten van dezelfde fabrikant te gebruiken, zodoende de totale cohesie te kunnen garanderen.
In het geval van vloerbekledingen dient men er zich van te vergewissen dat er een groot verschil is in voorbehandeling van de ondergrond tussen een cementgebonden dekvloer of een calciumsulfaatgebonden ondergrond (anhydriet dekvloer). Meestal zijn ze van elkaar te onderscheiden door hun specifieke kleur en structuur. Een cementgebonden chape zal doorgaans grover zijn van structuur en donkerder van kleur tegenover een anhydrietchape, die fijner en lichter van kleur is. Bij de minste twijfel dient de tegelzetter zich in eerste instantie te informeren bij de uitvoerder van de dekvloer of de architect die dit in het lastenboek heeft voorzien.
Welke voorbehandelingen moeten er dan gebeuren per type dekvloer?
Als voorbehandeling van een ondergrond waar tegels op geplaatst moeten worden, dient men de juiste primer te kiezen. Er zijn reeds universele primers op de markt verkrijgbaar, maar toch is het raadzaam om de ondergrond van een specifiek geschikte grondeerlaag te voorzien.
Een primer kan verschillende functies hebben. Het belang van primers als porositeitregelaars bijvoorbeeld wordt vaak onderschat. Wanneer de aanwezige capillaire werking van de ondergrond wordt verminderd, betekent dit een belangrijke reductie van het (vroegtijdig) onttrekken van het aanmaakwater uit de tegellijm of legmortel. Dit noemt men het “verbranden” van het stelmiddel indien in voorkomend geval de dekvloer niet werd voorbehandeld.
Andere functies van een primer kunnen zijn:
- Vochtbegrenzing op houten ondergrond
- Een stofbindend vermogen
- Een bescherming van de tegellijm/ mortel (open tijd- regulators bij ↑ temp.)
- Het voorkomen van een ettringietreactie bij de plaatsing van vloertegels op een anhydrietchape.
Indien er vloerverwarming aanwezig is, moet de tegelzetter erop toezien dat de verwarmingsketel geleidelijk werd opgestart vooraleer de eerste tegel wordt geplaatst. De gebruikelijke procedures zijn beschreven in de Technische Voorlichtingen en rapporten van het WTCB. Wij citeren uit het WTCB-tijdschrift 1989-4.4.: “Het in werking zetten van de verwarming zal gebeuren door het systematisch opdrijven van de temperatuur met 5 K/24 h, vertrekkend van koude toestand tot de maximaal voorziene werkingstemperatuur van het verwarmingselement. Deze werkingstemperatuur moet lager zijn dan de maximaal toegelaten temperatuur voor de bindmiddelen gebruikt in de dekvloer. De terugkeer naar de begintemperatuur zal tevens progressief gebeuren, m.a.w. met 5 K/24 h. De maximaal voorziene werkingstemperatuur wordt gedurende minimum 3 dagen aangehouden ten einde de dekvloer zijn maximale beweging te geven alvorens de vloerbedekking aan te brengen.”
Ook in het WTCB-Contact nr. 50 (2-2016) wordt zelfs voor innovatieve vloerverwarmingssystemen deze opstartprocedure sterk aanbevolen: “Het strekt tot aanbeveling om het vloerverwarmingssysteem, vóór het aanbrengen van de vloerbedekking, reeds een eerste maal een opwarmings- en afkoelingscyclus te laten doorlopen. Deze cyclus wordt ook wel het ‘opstartprotocol’ genoemd. Voor meer details over het opstartprotocol van vloerverwarmingssystemen van de nieuwe generatie kan men terecht bij de fabrikanten.”
2) Dikte van de dekvloer
Of een chape voldoende dik werd aangebracht, kan in principe niet door de tegelzetter gecontroleerd worden, net als de effectieve aanwezigheid van een wapening (vezels of net). Echter, indien men zichtbare gebreken vaststelt zoals bijvoorbeeld een leiding die te hoog zit, dient dit het beste onmiddellijk gemeld te worden aan bouwheer en architect. Informatie inwinnen bij de aannemer over de dikte van dekvloer is geen overbodige luxe. We raden aan om jouw tegelwerk niet te starten als je niet 100% zeker bent dat de dekvloer voldoende dik is.
Wat is een “voldoende dikke” dekvloer?
Volgens het WTCB dienen volgende diktes voor dekvloeren aangehouden te worden:
1) Hechtende
Gangbare dikte liggen tussen 30 à 50 mm voor cementgebonden dekvloeren, wat een correcte uitvoering en verdichting mogelijk maakt. Indien er leidingen op de draagvloer liggen, moet de dikte eventueel groter zijn, zodat de dikte boven de leidingen minimaal 30 mm bedraagt. Anhydrietgietvloeren kunnen afhankelijk van hun samenstelling uitgevoerd worden tot 70 mm.
2) Niet-hechtende
De nominale dikte bedraagt 50 mm voor cementgebonden dekvloeren en 40 mm voor anhydrietgebonden dekvloeren.
3) Zwevende
Voor niet-verwarmde zwevende dekvloeren geldt een nominale dikte van 50 mm voor cementgebonden dekvloeren en 45 mm voor anhydrietgebonden dekvloeren.
Voor verwarmde zwevende dekvloeren bedraagt dit 55 mm indien de dekvloer ingewerkte elektrische weerstandsdraden bevat en 75 mm indien de dekvloer verwarmingsbuizen bevat die niet verzonken zijn in de isolatie. De dikte van de dekvloer boven leidingen of kokers dient steeds minimum 50 mm te bedragen.
3) Horizontaliteit van de dekvloer
Een ondergrond kan perfect vlak zijn zonder horizontaal te zijn. Denk maar aan het realiseren van een terras of het maken van een inloopdouche. Hier zal de uitvoerder rekening moeten houden met het afschot dat doorgaans 1,5% à 2% (= 1,5 cm à 2 cm/m) genomen wordt. De ruwheid of effenheid van de bovenstructuur van de te plaatsen tegels en de positionering van het gekozen afwateringssysteem, zijn factoren waar je rekening mee moet houden om het juiste afschot te bepalen.
4) Stabiliteit van de dekvloer
Elke basis waar tegels op geplaatst worden, moet voldoende stabiel zijn. Muren of vloeren mogen geen bewegende delen noch buigneigingen vertonen. Dit kan nefaste gevolgen hebben voor de duurzaamheid van het tegelwerk. Meestal beginnen de problemen met degradatie van de voegen. Soms dient men bij de keuze van de plaatsingsmaterialen zelfs rekening te houden met niet te verwaarlozen trillingen door passage van zwaar verkeer (vrachtwagens, trein, enz.). Wanner is een ondergrond “voldoende stabiel”? Hoe kun je dit nagaan? Dit is vooral ervaring. Hier bestaan geen meetinstrumenten voor.
5) Peiljuistheid en hoogteniveau van de dekvloer
Niet alleen het peil ten opzichte van het peilmerkteken (ook wel meterpas genoemd), maar ook de hoogte van een dekvloer is belangrijk om het eindresultaat niet in het gedrang te brengen. De meterpas wordt afgetekend op exact 1m boven de buitendeurdorpel.
Het is erg belangrijk om te controleren of de hoogte van de dorpel van de voordeur en deze van de achterdeur op gelijk niveau liggen. Is er een klein verschil van enkele mm, dan moet dit tijdens het plaatsen van de vloer uitgewerkt worden, zodat de vloer toch gelijk komt met alle dorpels. Men noemt dit veelal het “drijven” van de vloer. Indien het verschil te groot is, moeten de dorpels zelf op gelijke hoogte gebracht worden.
Het juiste niveau van een uitgeharde dekvloer is de dorpelhoogte verminderd met de totale tegeldikte + tegelllijm. Het lijmbed kan berekend worden aan de hand van het soortelijk gewicht van de lijm en de te gebruiken lijmkam. Hier dient ook rekening gehouden te worden met het toepassen van de buttering/floating-methode (dubbele verlijmingstechniek).
6) Vlakheid van de dekvloer
De basis waarop men tegels wenst te kleven, moet effen (vlak) zijn. Afhankelijk van het tegelformaat is de gemiddelde toegelaten afwijking op de vlakheid 4 mm onder een rechte lat van 2 meter. Hoe groter de tegels, hoe strenger de tolerantie dient te zijn. Voor de plaatsing van grootformaattegels bijvoorbeeld zal men doorgaans de strengste tolerantie toepassen (klasse 1).
Vlakheidsklasse |
Vlakheidstoleranties afhankelijk van de lengte van de lat |
|
|
1 m |
2 m |
klasse 3 (ruime toleranties) |
5 mm |
6 mm |
klasse 2 (normale toleranties) |
3 mm |
4 mm |
klasse 1 (strenge toleranties) |
2 mm |
3 mm |
7) Zuiverheid van de dekvloer
De ondergrond dient steeds vrij te zijn van vet, stof, pleisterresten of ander vuil. Pas na een volledige reiniging kan men starten met de plaatsingsactiviteiten. Om stof te verwijderen is eens vegen met de borstel vaak onvoldoende. Het is dan ook raadzaam om effectief te stofzuigen zodat de ondergrond perfect zuiver is en klaar om te betegelen.
8) Hardheid van de dekvloer
Vooral bij cementgebonden ondergronden (vloer, wand of plafond) dient het materiaal volledig homogeen uitgehard te zijn. Meestal kan men dit in de praktijk controleren door het uitvoeren van een beiteltest. In het slechtste geval kan men een kras- of ponsproef (druksterktetest) door het WTCB laten uitvoeren. Een beiteltest is met een beitel in de bovenlaag van de dekvloer kloppen om te zien of de laag voldoende aanhecht of sterk is. Bij een ponsproeftest laat men van op een gedefinieerde hoogte een metalen bol door een geleider vallen en men meet de impactdiepte.
9) Porositeit
De poreusheid van een materiaal kan een rechtstreekse invloed hebben op de aanhechting van hydraulische kleefstoffen zoals tegellijmen. Het te snel onttrekken van het aanmaakwater uit poederlijmen bijvoorbeeld zal onvermijdelijk leiden tot het zogenaamde “verbranden” van het hechtmiddel. Dit fenomeen kan op zijn beurt leiden tot volledige degradatie en loskomen van de geplaatste tegels. Best practice hier is altijd een primer voorzien (zie eerder).
10) Aanhechting van bestaande afwerkingslagen
Soms gebeurt het dat men op een geschilderde ondergrond tegels moet plaatsen. De minimum controle die dan uitgevoerd moet worden vooraleer de tegelwerken aan te vangen, is een eenvoudige krastest. Door voldoende diepe krassen over elkaar te trekken kan men zien of de verflaag loskomt of niet.
Bij renovatiewerken dienen bijvoorbeeld ook oude tapijtlijmresten best volledig verwijderd te worden, om een reactie met het aanmaakwater vanuit de tegellijm volledig uit te sluiten.
11) Vochtigheidsgraad van de ondergrond
Het restvocht in de ondergrond kan gemeten worden met een elektronische vochtigheidsmeter, maar de voorkeur gaat nog steeds uit naar een CM-toestel (Carbidefles). Desalniettemin benaderen bepaalde elektronische vochtmeettoestellen bijna perfect de Carbideflesmethode. Hoe gebruik je zo’n Carbidefles of wat is deze methode? Men kapt voorzichtig een stuk uitgeharde dekvloermortel uit de dekvloer, verbrijzelt het, weegt het af en stopt het in een metalen fles met een speciale carbidecapsule. Na het goed schudden breekt de capsule en geeft dit een chemische reactie. Het resultaat die op de wijzer verschijnt, dient vergeleken te worden met een tabel die het juiste vochtpercentage aangeeft. Het restvochtpercentage mag in cementgebonden dekvloeren en pleisters maximum 2,5% zijn. Bij een calciumsulfaatgebonden chape (anhydriet) mag dit nog slechts 0,5% zijn vooraleer de eerste tegel erop te verlijmen. Bij plaatsing van tegels op vloerverwarming met een anhydriet ondervloer wordt deze limiet zelfs verlaagd tot 0,3% en bij het plaatsen van tegels op vloerverwarming met cementgebonden ondergronden tot 2%.
Één meting is geen meting. Dit betekent dat er op verschillende plaatsen in elke ruimte een restvochtmeting moet uitgevoerd worden. Er kan bijvoorbeeld een verschil opgemeten worden aan de noordkant en aan buitenmuren tegenover de zuidkant van een ruimte. De belangrijkste aanbeveling is om sowieso te wachten tot je 100% zeker bent dat de ondervloer volledig droog is.
12) Haaksheid en loodrechtheid van de ondervloer
Vloer- of wandbekledingen in tegels zijn het best haaks en recht. Hiervoor dient de ondergrond dus al even perfect te zijn. De haaksheid kan gemakkelijk gecontroleerd worden met een winkelhaak of lasertoestel. Ook de loodrechtheid kan met een moderne laser gecontroleerd worden. Het ouwerwetse schietlood wordt op de werf praktisch niet meer gebruikt, maar is nog altijd het meest juiste gereedschap om de drie mogelijke standen te controleren: de ondervloer kan “te lood” zijn, “vliegen” of “slepen”. Vandaar dat de ervaren vakman soms beweert: ”Een schietlood liegt nooit”.
Snel dit artikel gratis lezen?
Maak eenvoudig en gratis een account aan.
-
Lees elke maand een aantal plus-artikels gratis
-
Kies zelf welke artikels je wil lezen
-
Blijf op de hoogte via onze nieuwsbrief
-
Het zal je als beginnende winkelier maar overkomen. Een voorziene totaalrenovatie van de winkelruimte, waar ook de vloer diende vervangen…
-
EUF TC: haantje-de-voorste in het hart van de Italiaanse keramiek
Een uitgebreid programma, samengesteld door Assoposa Italia, in combinatie met boeiende rondleidingen door fabrieken en afgerond met een… -
Vervelend vochtprobleem leidt tot discussie
Water zoekt altijd zijn weg, gaat de boutade. Maar niets is minder waar. Zo bleek ook in een expertisegeval waar vocht ter hoogte van de… -
Bijsturen plaatsingstoleranties, prioriteit voor de tegelzetter?
Klanten worden steeds kritischer en zouden bijna letterlijk met hun neus op de tegel een plaatsingswerk goed- of afkeuren. Vraag is echter,…
Met de delight tegellijmen heeft Weber een écht revolutionair product in huis
‘Slimmer. Sneller. Beter. En evenveel vierkante meter!’ Wie een nieuw product introduceert met die beloftes, moet sterk in zijn schoenen…De trends en toekomst van waterjet technologie
Het toepassen van de ‘waterstraalsnijtechnologie’ met behulp van waterjets is vandaag het middel bij uitstek om plaatmateriaal nauwkeurig…De mogelijkheden en toepassingen van waterjets: ingewikkelde vormen en fijne contouren
Waterstraalsnijden van steen is een fascinerende technologie waarmee zelfs de hardste steensoorten nauwkeurig en verfijnd kunnen worden…Waterjets combineren veelzijdigheid met de hoogste nauwkeurigheid
Inzicht in de technologie van een waterjet-machine is cruciaal voor bedrijven die de nauwkeurigheid en productiviteit van hun…